De beschadiging

Het acromioclaviculaire gewricht kan door verschillende oorzaken beschadigd of versleten raken. Dit kan komen door artrose, slijtage (al dan niet veroorzaakt door overbelasting), een chronische ontsteking van het slijmvlies of een ongeval waarbij de kans bestaat dat bindweefselschijfje (soort meniscus wat bij 30% van de mensen aanwezig is) in het gewricht beschadigd raakt en pijnklachten blijft geven.
Pijnklachten ontstaan veelal bij het heffen van de arm en het liggen op de aangedane schouder. De locatie van de pijn wordt meestal boven op de schouder aangegeven en kan uitstralen naar nek of bovenarm.

Indien een conservatieve behandeling, in de vorm van corticosteroïden injecties in het AC-gewricht en/of fysiotherapie, onvoldoende effect heeft gehad dan kan een arthroscopische distale clavicula resectie overwogen worden. Doormiddel van een kijkoperatie wordt het acromioclaviculaire gewricht schoongemaakt en zal er een stukje van het buitenste uiteinde van het sleutelbeen worden afgehaald. Er wordt een half tot één centimeter bot verwijderd. De ontstane ruimte wordt in de loop van de maanden na de operatie opgevuld met littekenweefsel.


Voorbereiding op de operatie

Nadat u, in samenspraak met uw behandelend arts, heeft besloten om u aan uw schouder te laten opereren zal er eerst een poliklinisch vooronderzoek verricht worden. Deze bestaat uit een:


Na deze vooronderzoeken wordt met u de operatiedatum gepland. U wordt de dag van de operatie nuchter opgenomen. Twee werkdagen daarvoor neemt u telefonisch contact op met de Orthopedie om te horen hoe laat u in het ziekenhuis wordt verwacht.
In principe betreft het een dagopname en mag u ‘s avonds weer naar huis. Hou echter rekening met 1 nachtje verblijf in het ziekenhuis.

Aangezien u na de operatie niet direct in staat zal zijn de schouder volledig te belasten is het raadzaam in uw omgeving iemand te vragen die u tijdelijk kan assisteren met de (zware) huishoudelijke taken en het doen van boodschappen.
Tevens is het van belang dat u voor kleding zorgt die u makkelijk aan en uit krijgt, zonder hierbij de arm hoog te moeten heffen.

Hou rekening met een revalidatieperiode van tenminste 6 weken. De eerste 2 dagen zit de arm in een sling (soort mitella). Hierna mag u de arm bewegen op geleide van de pijn. Pas na 6 weken kunt u de arm weer volledig gaan belasten. Het kan hierna nog enkele maanden duren voordat de functie van de schouder weer geheel hersteld is en pijnklachten verdwenen zijn.



De Operatie

U wordt nuchter opgenomen op de dag van de operatie. Zorg dat al uw sieraden af zijn, gebruik na het douchen geen bodylotion, dagcrème of make-up en verwijder eventuele nagellak (ook van de teennagels!).

Bij aankomst op de afdeling, neemt een verpleegkundige de nodige gegevens met u door. Ook worden bloeddruk, polsslag en temperatuur gemeten. Eventueel wordt er nog bloed afgenomen voor onderzoek. Als het mogelijk is geeft de verpleegkundige u een korte rondleiding over de afdeling.

Als voorbereiding op de operatie:

De verpleegkundigen van de afdeling brengen u naar de operatieafdeling. Hier krijgt een infuus en algehele verdoving. In veel gevallen zal de anesthesist tevens een regionale anesthesie toepassen waarbij alleen uw arm wordt verdoofd. Hierdoor heeft u de eerste 15 uur na de operatie minder pijn.

Tijdens de operatie wordt u in zittende houding gebracht. De onderarm wordt in een houder geplaatst. De houder wordt tijdens de operatie in een mechanische arm geplaatst waardoor uw schouder in de juiste houding blijft staan.

Nadat de schouder steriel is afgedekt maakt de chirurg een aantal kleine sneetjes in de schouder waardoor de camera en de instrumenten tijdens de operatie bediend zullen worden. Met de camera inspecteert de orthopedisch chirurg eerst de gehele schouder om deze te controleren op eventuele andere problemen.

Nu zal het AC-gewricht vrijgelegd worden van de omliggende weefsels. Hierna haalt de chirurg een stukje van ongeveer 0,5 – 1 centimeter van het buitenste uiteinde van het sleutelbeen af. Het acromionclaviculaire gewricht wordt hierdoor wijder waardoor de bot op bot wrijving stopt en geen pijnklachten meer veroorzaakt. Het littekenweefsel wat hierna gevormd wordt, vormt een stabiele, flexibele verbinding tussen het sleutelbeen (clavicula) en het dak van de schouder (acromion). Indien nodig zal de chirurg tevens een stukje bot van het dak van de schouder (acromion) afhalen waardoor er meer ruimte komt tussen de pezen en het acromion.
De ingreep duurt ongeveer 45 minuten.

Het voordeel van het arthroscopisch (middels kijkoperatie) verrichten van deze operatie is het feit dat de gehele schouder geïnspecteerd kan worden op eventuele afwijkingen. Mochten deze aangetroffen worden dan kunnen deze direct worden verholpen. Indien dit het geval zou zijn kan dit de nabehandeling beïnvloeden

Over het verloop van de operatie en de nabehandeling wordt u door de orthopedisch chirurg op de hoogte gesteld. Hij zal, waar mogelijk, nog dezelfde dag bij u langskomen op de verpleegafdeling.


Na de operatie

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht waar uw bloeddruk, polsslag, ademhaling en wond gecontroleerd worden. Uw arm kan nog gevoelloos zij als gevolg van de regionale verdoving. Het gevoel in de arm is meestal binnen 24 uur terug.
U heeft een infuus en een wondverband op de schouder.
Na de operatie komt de arm in een sling (soort mitella). De sling voorkomt actieve bewegingen en spieractiviteit die pijn veroorzaken. Zorg ervoor dat bij het dragen van de sling de hand hoger hangt dan de elleboog.

Als alle controles in orde zijn, gaat u na ongeveer twee uur terug naar de verpleegafdeling.
U mag rustig aan weer gaan drinken en eten. Als u misselijk bent vertel dit dan tegen de verpleegkundige, hier kunt u medicijnen voor krijgen. Als u goed drinkt mag het infuus er af.
U bloeddruk, polsslag en temperatuur wordt nog een aantal maal gemeten. Tevens wordt de wond en urineproductie gecontroleerd.
Door de operatie kan de schouder pijnlijk en gezwollen zijn. U krijgt na de operatie 3 tot 4 keer per dag medicatie tegen de pijn. Neem deze in zodra ze u worden gegeven zodat u een spiegel opbouwt in het bloed.
Zo nodig krijgt u van de verpleegkundige de medicatie die u al voor de opname gebruikte. Neem nooit uw eigen medicijnen in zonder dit eerst te overleggen met de verpleegkundige.

Mogelijke complicaties
Gelukkig treden na een schouderoperatie niet vaak complicaties op. Desalniettemin bestaat er altijd een kans op complicaties Dit kan gaan om algemene complicaties of complicaties die specifiek bij deze operatie horen.

Bovenstaande complicaties komen gelukkig zelden voor.

Over algemene complicaties rondom de narcose wordt u geïnformeerd door de anesthesist tijdens de vooronderzoeken.


Mocht u hierover nog vragen hebben dan kunt u dit altijd met uw behandelend specialist bespreken.






De dag na de operatie

Indien u de vorige avond niet naar huis bent gegaan komt de ‘s morgens de arts of arts-assistent langs om uw operatiewond te beoordelen. Als u zich goed voelt wordt het naaldje in uw hand verwijderd en mag u met ontslag.
De wondjes wordt afgeplakt met een waterdichte pleister zodat u kunt douchen. U wordt bij de lichamelijke verzorging door de verpleegkundige geholpen waar nodig.

De fysiotherapeut zal u eventueel uitleg geven over het bewegen van de schouder binnen de pijngrenzen. In principe mag u de arm, op geleide van de pijn, in alle richtingen bewegen.




Aandachtspunten na ontslag


Het is van belang dat u in de volgende gevallen contact opneemt met de arts:



Wij zijn uw partner op weg naar uw voorspoedig herstel. Heeft u nog vragen? Stel deze dan gerust.